8 juli 2015

De basis gelegd. SGP-fractie over collegewerkprogramma

Inleiding

2015 is het geboortejaar van onze gemeente Krimpenerwaard. Waar veel kernen in onze gemeente reeds een zoveel-honderdjarig bestaan vierden en het prachtige veenweidelandschap ons een verhaal vertelt van een lange historie, maakten wij dit jaar een bestuurlijk nieuw begin.

Het college heeft er verstandig aan gedaan om het collegewerkprogramma de titel Fundament voor de toekomst mee te geven. Zonder fundament is het lastig bouwen. Het grondwerk moet op orde zijn! Dat is trouwens ook een mooie Bijbelse wijsheid. De parabel van de verstandige en de onnadenkende bouwer zal u bekend zijn. Twee mensen bouwen een huis. Het resultaat is identiek: er verrijzen twee prachtige woningen, waar de eigenaren trots op kunnen zijn. Maar dit blijkt alleen bij mooi weer het geval te zijn. Zodra het gaat stormen en er hoosbuien komen, erodeert de grond en ondergraaft de beide huizen. En dan blijkt er toch een verschil te zijn: het ene huis zakt als een kaartenhuis in elkaar en het andere blijft staan, precies zoals de eigenaar het gebouwd had. Er is niet veel onderzoek nodig om de oorzaak hiervan te achterhalen: het kaartenhuis was rechtstreeks op het zand neergezet; het andere huis bleek op een stevig fundament te staan (Lukas 6).

 

Laten wij ook voor onze gemeente een stevig fundament leggen. Het antwoord op het fundament van het college is voor mijn fractie de volgende BASIS:

  1. Bewogenheid met onze naaste;
  2. Afbakening financiële kaders;
  3. Sterke kernen;
  4. Investeren in ons buitengebied;
  5. Stevige economie.

Bewogenheid  met onze naaste

De opgave voor onze gemeente op het sociale domein is groot. Het rijk heeft op het overgehevelde budget danig bezuinigd. De SGP-fractie is er steeds voorstander van geweest om deze tekorten binnen het sociale domein zelf op te vangen. Dat betekent dat scherpe keuzes moeten worden gemaakt. Wat de SGP betreft leidt een en ander tot een sobere en doelmatige uitvoering van deze taken. Dat vraagt veel van de aanbesteding van diensten bij zorgaanbieders. Er zal scherp moeten worden onderhandeld en naar creatieve oplossingen moeten worden gezocht om tot kostenreductie te komen. Tegelijkertijd wil mijn fractie ervoor waken dat er mensen onnodig tussen wal en schip vallen. Dat betekent twee dingen:

  1. Zorgcontinuïteit: burgers die in een zorgtraject zitten moeten ervan uit kunnen gaan dat zij de reeds geïndiceerde zorg kunnen blijven ontvangen;
  2. De kader mogen niet zo strak getrokken worden dat burgers met een aperte zorgbehoefte buiten de boot vallen. Een vangnetbepaling of hardheidsclausule in de verschillende regelingen die we vast zullen vaststellen, zou hiervoor soelaas kunnen bieden.

De organisatie van sociale taken doet ook een groter beroep op onze vrijwilligers en mantelzorgers. Zij verdienen onze steun! Wij vragen het college om breed in beeld te brengen wat de door vrijwilligers ervaren zorgbelasting is, welke concrete behoefte aan ondersteuning zij hebben en op welke manier de gemeente een rol kan spelen bij hun ondersteuning.

Wat betreft de jeugdzorg – waar de grootste financiële opgave ligt – zal hoogwaardige professionele hulp beschikbaar moeten blijven. Goede samenwerking met scholen en verenigingen is geboden om mogelijke problemen vroegtijdig te onderkennen het hoofd te kunnen bieden. Graag meer inzicht hoe de samenwerking met andere op jeugd betrokken instellingen en verenigingen wordt vormgegeven.

 

Afbakening  financiële kaders

De financiële situatie van onze gemeente is niet alarmerend. Maar ook niet rooskleurig. Er is nog veel werk aan de winkel om het begrotingstekort in meerjarenperspectief weg te werken. Mijn fractie begrijpt dat het college voor nu tot geen andere oplossing kon komen dan de inzet van middelen uit de algemene reserve. Gelukkig erkent het college ook dat dit geen duurzame oplossing van onze financiële problematiek is. Een degelijk financieel kader vraagt om duurzaam evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Dat de buffer van de algemene reserve wordt gebruikt om onvoorziene schommelingen op te vangen, begrijpt mijn fractie, maar structureel moet er in elk geval iets aan de uitgavenkant gebeuren. Voor de komende periode wil de SGP dat langs twee lijnen doen:

  1. Het leeuwendeel van het tekort wordt gevormd door de kortingen van het rijk op de opgaven in het sociale domein. De SGP onderstreept het uitgangspunt van het coalitieakkoord dat tekorten in dit domein ook allereerst hierbinnen moeten  worden opgevangen.
  2. Tegelijkertijd moet er over alle gemeentelijke domeinen heen een degelijke taakanalyse worden uitgevoerd, waarbij de vragen gesteld moeten worden:
    1. of de betreffende taak langer moet worden uitgevoerd door de gemeente en
    2. of betreffende uitgaven vanzelfsprekend voor de gemeentelijke rekening moeten komen. Met andere woorden: daar waar opgaven terug gelegd kunnen worden in de samenleving (PPP-constructies, buurtinzet, vrijwilligers, subsidiebeleid), moeten we dat ook doen.

Daarnaast wil SGP dat het college de mogelijkheden in beeld brengt op welke manier wij gelden elders vandaan naar onze gemeente kunnen halen. Dan denkt mijn fractie aan nationale of Europese subsidiekaders voor plattelandsontwikkeling en economische innovatie. Stel bijvoorbeeld een gemeentelijke subsidiejager aan!

Sterke  kernen

Voor elk van de kernen van de Krimpenerwaard wordt een identiteitsproject uitgevoerd. Een goede zaak! De SGP blijft erop hameren dat de veelkleurigheid van onze kernen recht moet worden gedaan. Tegelijk stelt ons dat wel voor de vraag naar de gemeenschappelijke identiteit van onze gemeente. Mijn fractie neemt aan dat het project ook daar aandacht schenkt.

De SGP vindt voor sterke kernen het volgende belangrijk:

  1. Woningbouw, afgestemd op de demografische ontwikkeling van onze gemeente en in elk geval op het behouden van onze jeugd. Een gezond woningbestand is een onmisbaar fundament voor veel andere zaken: vasthouden van de jeugd, het op peil houden van het winkelbestand, de instandhouding van onze scholen, een actief verenigingsleven en een betrokken kerkgemeenschap. Het college onderkent dat gelukkig ook. Maar als prestatie-indicator bij deze belangrijke pijler onder vitaliteit is slechts genoemd: ‘voortgangsrapportage’. Dat is te mager. De SGP wil dat het college zo snel mogelijk concrete doelen stelt op basis van een gedegen onderzoek naar de behoeften op de woningmarkt. Daarbij moet er ook fysieke ruimte zijn om aan bouwwensen tegemoet te komen. Inbreiding prima; teveel verdichting niet. Waar nodig moet het college ook inzetten op bebouwingsmogelijkheden buiten de contouren.
  2. Gezonde economische ontwikkeling. Daarop kom ik verderop nog terug.

Investeren in buitengebied

Op ons veenweidelandschap zijn we trots. De polders van de Krimpenerwaard behoren tot het best bewaarde slagenlandschap van Nederland. Wij zijn verplicht om onze polders zo ongeschonden mogelijk aan volgende generaties over te dragen. Tegelijk moeten we nadenken over verantwoord gebruik ervan.

Een deel van onze boeren heeft de afgelopen 15 jaar intensief te maken gehad met de gevolgen van het Veenweidepact/Gebiedsovereenkomst. Dat waren onzekere tijden. Stabiliteit en toekomstbestendigheid zijn nu geboden. Daarbij horen verantwoorde uitbreidingsmogelijkheden, zowel in de primaire agrarische bedrijfsvoering (wat ten gevolge van het wegvallen van het melkquotum aan de orde kan zijn) als in de verbreding van de bedrijfsactiviteiten. Bestemmingsplannen moeten de flexibiliteit hebben om veranderingen op het platteland verantwoord ruimte te geven.

De waarde van de Krimpenerwaard als groen-blauwe parel moeten we ook voor toerisme en recreatie benutten. Kleinschalige voorzieningen die passen bij de ontwikkeling van de Krimpenerwaard als wandel-, fiets-, vaar- en schaatsgemeente. Bij een andere gelegenheid heeft mijn fractie al aangegeven dat niet ieder boerenbedrijf in een pannenkoekenhuis of theeschenkerij kan veranderen. Toch moeten we er goed over nadenken hoe dergelijke kleinschalige voorzieningen ondersteunend kunnen zijn aan de kernkwaliteit van het gebied en hoe het recreanten op deze manier aantrekkelijk kan worden gemaakt om onze gemeente aan te doen.

Stevige economie

De economische situatie in het algemeen lijkt zich weer positief te ontwikkelen. De malaise van de afgelopen jaren heeft ook bedrijven in de Krimpenerwaard getroffen. Veel kleine zelfstandigen die ternauwernood het hoofd boven water konden houden of de handdoek zelfs in de ring moesten gooien. Nu de vooruitzichten beter zijn, is ook een krachtig en stimulerend economisch he beleid geboden. Mijn fractie beseft heel goed dat de gemeente geen ondernemer is, maar wij kunnen onze ondernemers wel ondersteunen. De SGP vindt het volgende belangrijk:

  1. Terugdringen administratieve lastendruk. Ook gemeentelijke regelgeving kan ondernemers teveel papierwerk bezorgen. Het terugdringen van de administratieve lasten met 10%, zoals het college voorstelt, mag ambitieuzer. Daarbij gaat het mijn fractie niet om het schrappen van 10% van de regels of voorschriften, maar om het terugdringen van de door de ondernemer ervaren lasten (beleefde lasten). Laten we die 10% verdubbelen!
  2. Bestrijding werkloosheid. De aantrekkende markt geeft hiervoor mogelijkheden. Het college dient het bedrijfsleven ook op hun verantwoordelijkheid in deze aan te spreken. De inzet van een jongerencoach in dit verband is prima!
  1. Infrastructuur. Voor ondernemers en burgers is de fysieke infrastructuur van belang. Wij blijven aandacht vragen voor de problemen rond de Algerabrug. De overlast van het wegverkeer ten gevolge van de regelmatige doorvaar van recreatievaartuigen is te groot. Tegelijkertijd moeten we proberen van de nood een deugd te maken en de doorgaande recreatievaart er meer toe verleiden de gemeente Krimpenerwaard aan te doen!
  2. Duurzaamheid. Een toekomstbestendige economie is duurzaam. Dat is een thema dat veel domeinen raakt. De SGP is blij met het voornemen van het college om nog dit jaar met een nota over duurzaamheid te komen. De SGP wil dat deze nota vooral laat zien op welke manier duurzaamheid loont. Duurzaamheid is geen hindermacht, maar kan juist een katalysator zijn voor een gezonde economische ontwikkeling.

Afsluiting

Het antwoord van de SGP op het fundament van de toekomst dat het college wil leggen is het bieden van een goede BASIS. Hoe we het ook noemen: stevige grond onder de voeten is nodig. Dat heb ik met de parabel van de verstandige en de onnadenkende bouwer ook willen aangeven. Dat geeft mij gelegenheid om te wijzen op het Bijbelse fundament waarop de SGP haar inbreng in het politieke bedrijf wil leveren. Wij zijn ervan overtuigd dat dat heilzaam is en zegen kan geven voor de hele Krimpenerwaard. Die zegen van God wenst mijn fractie het college, de collega-raadsleden en het ondersteunend apparaat van harte toe!

Collegewerkprogramma voor de periode 2015-2018.pdf